Verdere afkoeling van de arbeidsmarktdynamiek in 2023
In de nieuwste release over de dynamiek van de Belgische arbeidsmarkt voor Q4 2022-2023 zien we dat de arbeidsmarktdynamiek verder afkoelt. Het beeld dat geschetst werd in de vorige release zet zich in grote mate verder. Aan de hand van 10 trends tonen we hoe de onderliggende dynamiek van de tewerkstelling evolueert.
Na een sterke heropleving in 2020-2021 en 2021-2022, koelde de arbeidsmarktdynamiek in 2022-2023 af. De aanwervingen daalden met 4,9%, en de jobcreatie nam af met 10,5%, terwijl de jobdestructie steeg met 6,5% en de uitstroom stabiel bleef. De jobcreatiegraad daalde tot 5,1%, het laagste niveau sinds 2014-2015, terwijl de jobdestructiegraad steeg tot 4,5%, het hoogste niveau sinds 2014-2015, exclusief het coronajaar. De instroomgraad daalde tot 18,0%, vergelijkbaar met het niveau van 2018-2019, en de uitstroomgraad bleef hoog op 17,4%.
In het Vlaamse Gewest daalde het netto aantal bijgekomen jobs sterk in 2022-2023, terwijl deze grotendeels op peil bleef in het Waalse en Brusselse Gewest. In het Brusselse Gewest bleven de netto-evolutie en de onderliggende tewerkstellings- en werknemersdynamiek stabiel, ondanks een lichte daling in aanwervingen en uitstroom. In het Vlaamse Gewest zien we een daling in de instroom. De meeste sectoren volgden het algemene patroon van dalende instroom en stabiele uitstroom, met uitzonderingen zoals de horeca, waar de uitstroom bleef stijgen, en het onderwijs, waar de uitstroom sterk daalde. In energie-intensieve industriesectoren zoals chemie, metaalbewerking, machinebouw en autoassemblage steeg de uitstroom, wat leidde tot een daling van de netto-evolutie.
De job-naar-job transities daalden in 2022-2023, terwijl de uitstroom naar niet-loondienst (werkzoekenden, zelfstandigen, inactieven) toenam. De netto-intrede van jongeren daalde, terwijl de netto-uittrede van oudere werknemers stabiel bleef. Het rapport toont aan dat de Belgische arbeidsmarkt in 2022-2023 een afkoeling doormaakte na een periode van sterk herstel, met variaties per regio en sector in jobcreatie, destructie, instroom en uitstroom.