De dynamiek van de Brusselse loontrekkende tewerkstelling

Gwendoline Moreau & Dries Cuyvers (BISA)
Mei 2023
Focus van het BISA nr. 57

De loontrekkende tewerkstelling in het Brussels Gewest is de laatste jaren toegenomen, maar minder sterk dan in Vlaanderen en Wallonië. Betekent dit dat de Brusselse arbeidsmarkt minder dynamisch is? Met andere woorden, betekent dit dat er minder jobs bijkomen of verdwijnen? Kennen bepaalde sectoren meer beweging op de arbeidsmarkt dan andere? BISA Focus nr. 57 geeft een antwoord op deze vragen.

Sinds enkele jaren neemt de loontrekkende tewerkstelling in het Brussels Gewest toe, maar minder snel dan in de rest van België. Achter de cijfers over de nettogroei gaan talrijke stijgingen en dalingen van de tewerkstelling schuil (tewerkstellingsdynamiek). Op 30 juni 2021 telde het Brussels Hoofdstedelijk Gewest bijvoorbeeld 11.144 bijkomende loontrekkende jobs in vergelijking met het jaar voordien, wat neerkomt op 40.989 nieuwe jobs en 29.845 verdwenen jobs.

Over de periode 2014-2021 kunnen op gewestelijk niveau twee vaststellingen worden gedaan:

  • In verhouding tot de totale loontrekkende tewerkstelling is de jobtoename in het Brussels Gewest (nieuw gecreëerde of uit een ander gewest verplaatste arbeidsplaatsen) vergelijkbaar met wat in de rest van het land wordt waargenomen;
  • Anderzijds is het aandeel van de verdwenen of naar andere gewesten verplaatste arbeidsplaatsen relatief groter in Brussel dan in de twee andere gewesten.

Wanneer rekening wordt gehouden met zowel toe- als afname van jobs, is de dynamiek van de loontrekkende tewerkstelling dus groter in het Brusselse Gewest dan in Vlaanderen en Wallonië.

Een analyse van de tewerkstellingsdynamiek binnen de verschillende sectoren verheldert deze vaststelling. Sommige sectoren worden gekenmerkt door veel bewegingen op de arbeidsmarkt. Dit is het geval voor de horeca, de bouw, de handel of de administratieve en ondersteunende diensten (die dienstenchequebanen en uitzendarbeid omvatten), die allen worden gekenmerkt door een hoge jobtoename en -afname. Voor de laatste drie sectoren is de jobafname elk jaar sinds ten minste 2014 relatief groter in het Brussels Gewest dan in de rest van België. Dit verklaart deels de lagere groei van de loontrekkende tewerkstelling in het Brussels Gewest. De sector van de administratieve en ondersteunende diensten blijft een bloeiende sector in termen van tewerkstelling dankzij een nog grotere jobtoename, althans tot de Covid-19 pandemie opdook. De Brusselse bouwsector kende de laatste jaren een daling van de loontrekkende tewerkstelling, maar een sterke stijging van het aantal zelfstandigen, waardoor de totale werkgelegenheid in de sector op een bijna constant niveau is gebleven.

Andere sectoren, zoals de niet-commerciële sectoren (openbaar bestuur, onderwijs, gezondheidszorg en maatschappelijk werk) zijn veel minder dynamisch en worden gekenmerkt door een hoge stabiliteit van de werkgelegenheid. Dit zijn de drie belangrijkste sectoren in termen van loontrekkende tewerkstelling in het Brussels Gewest, met een hoger gewicht in de totale tewerkstelling dan in Vlaanderen of Wallonië. Deze belangrijke aanwezigheid, in combinatie met een geringere gevoeligheid voor conjunctuurschommelingen, verklaart gedeeltelijk de geringere groei van de totale loontrekkende tewerkstelling in het Brusselse Gewest.


download icon

De dynamiek van de Brusselse loontrekkende tewerkstelling